
zondag, december 03, 2006
Zijn burgers de persfotografen van de toekomst?
NRC Handelsblad publiceerde vrijdag een artikel over de (al meerdere keren gestelde) vraag of de professionele fotojournalistiek wel kan worden opgeheven nu er al zoveel andere mensen op de aardbol rondlopen met digitale camera's.
Een van de fotografen met gedachten in die richting is Ad van Denderen, die de World Press Photo-wedstrijd wil openstellen voor amateurs. Van Denderen beschouwt World Press Photo als een conservatief bolwerk, dat rijp is voor hervorming. „Je moet de boel opengooien", zegt hij. "De organisatie beschermt op dit moment te veel de professionele fotograaf. Dat is een achterhoedegevecht. Als je het niet openbreekt wordt het een hobbyclub voor een select groepje beroepsfotografen."
Michiel Munneke, directeur van World Press Photo, kan zich niet vinden in die kritiek. "We gaan ons niet openstellen. Wij zijn er voor de professionele fotografen. Ik zie geen reden om van die positie af te stappen. De rol die de amateurfotograaf in de nieuwsvorming speelt, wordt zwaar overschat. De foto van de eerste man op de maan en foto’s uit Abu Ghraib zijn door amateurs gemaakt, maar zo vaak komt het uiteindelijk niet voor."
Ayperi Ecer, oud-hoofdredacteur van het fotoagentschap Magnum en momenteel werkzaam bij Reuters, wijst erop dat de fotojournalist nog altijd een serieus beroep uitoefent. "Het is een moeilijk vak. Je moet journalistiek inzicht hebben, een goed oog, technische kennis om goede foto’s te kunnen maken. En bovendien moet je onder gevaarlijke omstandigheden kunnen werken. Veel beelden die tegenwoordig worden gepubliceerd roepen een soort spanning op: je weet niet meteen waar het is gemaakt, of waar iets over gaat. De kijker moet de foto zelf interpreteren."
De democratisering van het medium fotografie dwingt de documentairefotograaf tot zelfstandigheid. Kadir van Lohuizen richtte met zijn collega Stanley Greene het blad The Issue op om hun fotomateriaal van de orkaan Katrina uit te geven. Nu komt er een tweede nummer aan met als onderwerp de noodtoestand in de Soedanese provincie Darfur. "Ik heb het wel gehad met die prachtige, elitaire fotoboeken", zegt Van Lohuizen. "Ik wil nu een blad maken dat iedereen kan kopen."
(Twee terzijdes: Als Ad van Denderen zichzelf wil opheffen wegens gebrek aan meerwaarde moet hij dat vooral doen, en de boeken van Kadir van Lohuizen zijn in de ramsj zeer betaalbaar.)
Een van de fotografen met gedachten in die richting is Ad van Denderen, die de World Press Photo-wedstrijd wil openstellen voor amateurs. Van Denderen beschouwt World Press Photo als een conservatief bolwerk, dat rijp is voor hervorming. „Je moet de boel opengooien", zegt hij. "De organisatie beschermt op dit moment te veel de professionele fotograaf. Dat is een achterhoedegevecht. Als je het niet openbreekt wordt het een hobbyclub voor een select groepje beroepsfotografen."
Michiel Munneke, directeur van World Press Photo, kan zich niet vinden in die kritiek. "We gaan ons niet openstellen. Wij zijn er voor de professionele fotografen. Ik zie geen reden om van die positie af te stappen. De rol die de amateurfotograaf in de nieuwsvorming speelt, wordt zwaar overschat. De foto van de eerste man op de maan en foto’s uit Abu Ghraib zijn door amateurs gemaakt, maar zo vaak komt het uiteindelijk niet voor."
Ayperi Ecer, oud-hoofdredacteur van het fotoagentschap Magnum en momenteel werkzaam bij Reuters, wijst erop dat de fotojournalist nog altijd een serieus beroep uitoefent. "Het is een moeilijk vak. Je moet journalistiek inzicht hebben, een goed oog, technische kennis om goede foto’s te kunnen maken. En bovendien moet je onder gevaarlijke omstandigheden kunnen werken. Veel beelden die tegenwoordig worden gepubliceerd roepen een soort spanning op: je weet niet meteen waar het is gemaakt, of waar iets over gaat. De kijker moet de foto zelf interpreteren."
De democratisering van het medium fotografie dwingt de documentairefotograaf tot zelfstandigheid. Kadir van Lohuizen richtte met zijn collega Stanley Greene het blad The Issue op om hun fotomateriaal van de orkaan Katrina uit te geven. Nu komt er een tweede nummer aan met als onderwerp de noodtoestand in de Soedanese provincie Darfur. "Ik heb het wel gehad met die prachtige, elitaire fotoboeken", zegt Van Lohuizen. "Ik wil nu een blad maken dat iedereen kan kopen."
(Twee terzijdes: Als Ad van Denderen zichzelf wil opheffen wegens gebrek aan meerwaarde moet hij dat vooral doen, en de boeken van Kadir van Lohuizen zijn in de ramsj zeer betaalbaar.)